PIERREJEAN GAUCHER - ZAPPE SATIE

Artiest info
Website
 

Label : Absilone-Socadisc
Distr. : Xango

Gitarist / componist / arrangeur / producer /schrijver Pierrejean Gaucher (1958, Boulogne-Billancourt) heeft zich op dit album laten inspireren door Erik Satie (en Frank Zappa) vandaar dat ik bij genre jazz/klassiek heb ingevuld, maar het totaalbeeld is toch dat van jazz muziek in de breedste zin van het woord. Pierrejean begon relatief laat met gitaar spelen, hij was meer geïnteresseerd in tekenen. Hij kreeg onderricht van bekende gitaristen als Alain Vérité en Yves Jaget, daarna stak hij de oceaan over om gedurende enkele trimesters onderwijs te volgen aan het beroemde Berklee College in Boston. Na zijn terugkeer in 1979 vormde hij de groep Abus Dangereux, in 1986 werd het kortweg Abus, hij maakte 6 albums met de groep plus een live album en een Best of. Daarna volgde The New Trio, Zappe Zappa waarmee hij in 1998 en 2002 albums maakten die als inspiratiebron Frank Zappa hadden. Vervolgens volgden nog groepen als de Phileas Band, La Fontaine et Le Gauche, de2G een duo met gitarist Christophe Godin. En dan is er nu dit album onder eigen naam, Gaucher speelt naast gitaar nog diverse elektronische gadgets, welke worden niet genoemd op de cd hoes. Verder horen we Thibault Gomez op piano en Fender Rhodes, Alexander Perrot op contrabas en Ariel Tessier op slagwerk. Op sommige nummers zijn ook te horen Quentin Ghomari op trompet, Robinson Khoury op trombone, Julien Soro op saxofoon en klarinet en Paul Vergier ook op sax.

Is Erik Satie de voorloper van de muziek van de 20ste eeuw ? Dat vraagt Gaucher zich af in de tekst van het cd boekje. De vanzelfsprekendheid bleek hem nadat hij zich had verdiept in het universum van deze fantastische musicus. Hedendaagse muziek, jazz, pop, chanson, veel is geïnspireerd op hem, willens en wetens of niet. Twintig jaar na het eerbetoon aan Frank Zappa (Zappe Zappa) heb ik ontdekt dat Satie op de een of andere manier de “spirituele grootvader” was van de geniale snorremans, gek van Zappa ben ik hem gevolgd naar Satie, aldus Gaucher. Of hier een kern van waarheid in zit kan ik moeilijk beoordelen, wel is het zo dat ik Satie ontdekt heb door de uitvoering van zijn beroemde Trois Gymnopédies door Blood, Sweat & Tears, later raakte ik gecharmeerd door zijn humoristische liederen tijdens een concert van Marianne Kweksilber.

Humor is een belangrijk element in de muziek van Gaucher, dat blijkt al uit de titel van het cd boekje: “Memoires d’ un psychotique”. Het album vangt aan met “Satïe’s blues” (I can’t get no Satie’s faction), van origine een onuitgebracht stuk (première pensée Rose-Croix) uit 1891. In de vorm bijna een blues, Gaucher voegt er met een knipoog een citaat uit “Tombeau de Couperin” aan toe dat Ravel 2 jaar later componeerde. Maar de vraag blijft: heeft Satie de eerste blues geschreven in de geschiedenis ? Dit soort humoristische omschrijvingen van zijn samen geknutselde composities dragen zeker bij aan het luisterplezier die deze heerlijke muziek je bezorgt. Zo staan er 18 stukken op “Zappe Satie” variërend in tijdsduur van nog geen halve minuut tot 6 1/2 minuut, volop afwisseling dus. Het gitaargeluid van Gaucher heeft niets van doen met de geijkte jazzgitaar, veeleer inderdaad met Frank Zappa en/of Bill Frisell. De geluidsimpressie doet sterk denken aan de muziek van Zappa, “Circulation fluide” roept reminiscenties op aan Peaches en Regalia uit het superieure album Hot Rats. En ook het spel van Thibault Gomez op de Fender Rhodes ademt de sfeer van George Duke uit zijn periode met Zappa.

Maar er zijn ook heel andere geluiden te horen op dit album, zoals “Les clowns dansent” gebaseerd op Satie’s Les pantins dansent uit 1913 met een begeleiding zoals uit een ouderwetse “stomme film”. “Le binoche et le moustachu” verwijst natuurlijk direct naar Satie (het monocle waarmee hij vaak wordt afgebeeld) en snorremans Zappa, hierin vertolkt de klarinet een gedeelte uit Les valses du précieux dégoûté uit 1914 van Satie, waarna Gaucer er als contrapunt een melodie van Zappa aan toevoegt op zijn gitaar. Alle 18 stukken bespreken heeft geen zin, zelf luisteren en huiveren, er wordt nog steeds bijzondere en smaakvolle muziek gemaakt, daarvan is dit album het ultieme bewijs, je zou het niet over je lippen krijgen als je alleen naar radio en tv luistert.

Jan van Leersum.